Ouders die zich nooit laten zien op school, een leraar die geen empathie aan de dag legt in het contact met ouders, een moeder die de leraar schoffeert omdat ze het niet eens is met het schooladvies, leraren die denigrerend over ouders spreken in de teamkamer, ouders die al bij voorbaat geen vertrouwen hebben in de school en zich uit de hoogte gedragen, een leraar die alleen maar informatie zendt en niet openstaat voor de mening van ouders, een opa die boos binnen komt lopen en de boel kort en klein wil slaan: iedere schoolleider heeft wel eens te maken met lastige, grensoverschrijdende situaties. Het begrenzen van de ander kan nodig zijn. Betekent dat, dat we het gedrag van de ander dus niet moeten accepteren?
Acceptatie is wel degelijk belangrijk, maar ook zullen we soms Nee moeten zeggen. Hoe zit dat?
Een milde, accepterende houding kan veel betekenen in de samenwerking tussen school en ouders. Deze houding impliceert: ‘Wat gebeurd is, kan ik niet meer veranderen, en ik sta open voor een nieuw begin. Ik ben oké, jij bent oké, en samen komen we er wel uit.’ Dit is een houding die ik ‘een innerlijk Ja’ noem. Veel mensen vinden dit moeilijk, misschien haast onmogelijk. En willen we het eigenlijk wel kunnen? We willen toch juist van onze problemen af? De ander moet toch veranderen? Waarom zouden we lastige, grensoverschrijdende situaties dan accepteren?
Ten eerste: omdat de problematische situatie zich al heeft voorgedaan. Het kan er niet meer niét zijn geweest. We hebben dan ook in feite geen keus en zullen moeten leren accepteren dat de werkelijkheid is zoals hij is.
Ten tweede: omdat hoe groter de weerstand is die we bieden aan wat zich voordoet, hoe dieper we in de problemen verstrikt zullen raken: ‘What we resist, persists.‘ Soms lijkt het probleem door ons verzet ertegen te verdwijnen, maar dan komt het opeens in een andere vorm weer boven.
We kunnen leren vanuit een innerlijk Ja naar lastige situaties te kijken: Ja, de ouder is boos; Ja, het team heeft kwaadgesproken over ouders; Ja, ik heb een fout gemaakt. Vervolgens kunnen we als het ware een punt zetten, zodat we vrij zijn van reactief gedrag, en proactief kunnen bepalen hoe we verder willen.
We laten ons niet leiden door gekwetstheid, verontwaardiging, veroordeling, beschuldiging, boosheid, hooghartigheid, teleurstelling, slachtofferschap of schuldgevoel. Deze vormen van Nee betreffen reactief gedrag, en zijn gebaseerd op angst.
Acceptatie van wat zich voordoet vanuit een innerlijk Ja, betekent beslist niet dat we blijven hangen in het lijdzaam aanzien van hoe erg het allemaal is. Dat zou zelfs een soort vluchtgedrag kunnen zijn, gebaseerd op angst, en daarmee is het in feite ook een reactief Nee.
Eenmaal los van onze reactieve Nee’s, is er ruimte voor oplossingen. We kunnen dan voelen wat er nodig is en nemen proactief de benodigde stappen. Soms is dat een schouderklopje of een knipoog, soms een stevige begrenzing van de ander, waarbij we Nee zeggen vanuit een innerlijk Ja. Begrenzen en acceptatie lijken misschien tegenpolen te zijn, maar dat zijn ze dus niet. Hoe werkt dat in de praktijk?
Bij het begrenzen vanuit een innerlijk Ja is mildheid te horen en te voelen. Door de boze opa die de boel kort en klein wil slaan als mens niet te veroordelen (omdat je ziet dat hij gefrustreerd is en vanuit onmacht handelt, en dat hij uiteindelijk juist graag verbinding wil), klinkt je stem rustig en stevig. Het respect voor jezelf en voor hem klinkt erin door. Je Nee klinkt dus niet boos, beschuldigend, verongelijkt of zielig. Je praat hem ook geen schuldgevoel aan. De opa voelt dat je empathie hebt, met een zachte voorkant en een stevige ruggengraat.
Begrenzen vanuit een innerlijk Ja komt erop neer dat je Nee zegt tegen het voortduren van het gedrag van de ander, zonder dat je Nee zegt tegen het feit dat het gedrag zich al heeft voorgedaan. De opa kan de boel niet kort en klein slaan. Maar hij is al wel boos binnengekomen. Je ontkent deze werkelijkheid niet. Het mag ook pijn doen. Je hoeft niet te verbergen dat je ervan geschrokken bent. Je accepteert je gevoelens. Wanneer je doet alsof je niet geraakt wordt, bouw je een muurtje van zogenaamde onkwetsbaarheid om je heen. Maar de onderliggende angst is dan altijd te voelen en vaak voedt deze dan juist de boosheid van de ander.
Een constructief Nee vanuit een houding van een innerlijk Ja doorbreekt de gelijkwaardigheid tussen school en ouders niet. De ouders voelen namelijk de ruimte om hun grenzen ook op respectvolle wijze duidelijk te maken aan de school. Het elkaar wederzijds kunnen begrenzen is zeer bevorderend voor een goede, gelijkwaardige samenwerkingsrelatie. Grenzeloosheid komt voort uit angst en verzwakt niet alleen jezelf, maar ook de ander. Op een constructieve manier grenzen aan kunnen geven, versterkt daarentegen beide samenwerkingspartners.
Wie wil leren zijn of haar reactieve Nee’s te herkennen, om grenzen aan te kunnen geven vanuit een innerlijk Ja en daarmee impasses te doorbreken, kan de hulp van Ouderbetrokkenheid-PLUS inroepen. In een individueel traject kun je er diepgaand in getraind worden, net als in de training ‘met Persoonlijk Leiderschap naar een Nieuwe Regie in Ouderbetrokkenheid’ die vanaf januari 2017 zal plaatsvinden.
Geef een reactie