angst en vertrouwen

Als je zou kunnen kiezen, kies je dan voor angst of vertrouwen? Natuurlijk is vertrouwen veel prettiger! Wie zou er nou liever op basis van angst dan vertrouwen in het leven willen staan? En wie zou zijn of haar school nu willen leiden vanuit angst? Op zich is angst natuurlijk een heel belangrijk element in ons overleven. Als ik geen angst zou kennen, zou ik het niet lang redden. Maar als angst gaat domineren, vergeten we te leven. En in de schoolcultuur op onze basisscholen zie ik helaas toch veel te vaak elementen van angst domineren. Soms zijn die elementen overduidelijk, maar vaker zijn ze subtiel. Je kunt het horen aan de woorden die gesproken worden. Je kunt het merken aan hoe mensen met elkaar omgaan. Je voelt het aan de sfeer. En de meeste schoolleiders hebben niet eens door dat hun houding zoveel angst verraadt. Kun je je voorstellen hoe dit doorwerkt op de samenwerking met ouders?

Vechten, vluchten of bevriezen
Een angstcultuur levert stress op. We kunnen een angstcultuur herkennen als de betrokkenen in het systeem vaak een stressreactie vertonen: vechten, vluchten of bevriezen. Ze gaan dan de strijd aan, ze ontwijken of ze worden passief. Kortom, alles wat niet werkt om ouderbetrokkenheid te vergroten. En angst is besmettelijk: in een angstcultuur wordt het vecht- vlucht- en bevries-gedrag steeds verder gevoed. Hieraan ten grondslag ligt een gevoel van onveiligheid. Net als kinderen die thuis geen veilige hechting hebben kunnen ontwikkelen, kan een schoolcultuur die gebaseerd is op angst ook gevoelens van onveiligheid in de hand werken, zowel bij leerkrachten, kinderen als ouders.

Daders en slachtoffers
In plaats van een sfeer van samen ergens voor gaan, vanuit een gemeenschappelijk belang, is er in een angstcultuur eerder sprake van ‘ieder voor zich’. Er is polarisatie. Er heerst er het gevoel dat er daders en slachtoffers zijn. Er wordt dus gezocht naar een schuldige, zodra er iets mis gaat. En niemand durft nog verantwoordelijkheid te nemen, iedereen schuift het af. De ruimte die je ervaart in een sfeer van vertrouwen, ontbreekt.

Protocol gaat voor de menselijke maat
In een angstcultuur zie je vaak dat het protocol belangrijker gevonden wordt dan de menselijke maat. Een moeder die met terminale kanker thuis op bed lag, kreeg een telefoontje van de school dat haar dochter uit groep 6 koorts had en van school gehaald moest worden. De moeder was zelf te zwak om haar kind te halen en had ook niet zo gauw een andere oplossing voorhanden. Omdat ze toch thuis was, vroeg ze de school om haar dochter zelf naar huis te laten komen. Maar dat mocht niet volgens het protocol. Toen de oudere broer van het meisje thuis kwam, stuurde de moeder haar zoon naar school. Ook deze kreeg zijn zusje niet mee: dat moest een volwassene zijn. De school handelde op basis van het protocol en dacht niet met het gezin mee. Het resultaat was niet in het belang van de school en al helemaal niet in het belang van de zieke leerlinge en de zieke moeder. Achter het schoolbesluit was angst voelbaar: de angst om iets te doen wat niet volgens de regeltjes was. Stel je voor dat er iets met het kind zou gebeuren onderweg: daar wilde de school niet voor verantwoordelijk zijn.

Controle
Een element dat hiermee samenhangt, is overmatige controle. Als je alles in de hand wilt houden als schoolleider en niets aan het toeval over wilt laten, dan handel je vanuit angst. De sfeer die hierdoor ontstaat is gespannen. Alles moet uitgebreid verantwoord worden. En om geweld te voorkomen, overweeg je misschien zelfs detectiepoortjes. Daar waar alles gecontroleerd wordt, neemt het initiatief van ouders en teamleden af. Mensen zijn bang om fouten te maken en zullen zich ook minder eerlijk of kwetsbaar op durven stellen. Er worden minder risico’s genomen en er wordt met beduidend minder plezier met elkaar gewerkt.

Te voorzichtig
Dicht tegen controle aan ligt overmatige voorzichtigheid. Het is de uitstraling die samengaat met gedachten als ‘wat zal de buitenwereld wel denken’ en ‘als er maar niets mis gaat!’ Zorgvuldigheid is een groot goed, maar als het doorslaat, komt de onderliggende angst bovendrijven.

Autoritair leiderschap
Autoritair leiderschap veroorzaakt automatisch een angstcultuur. Een autoritair schoolleider zal moeite hebben de samenwerking met ouders van de grond te krijgen. Immers, autoritair gedrag werkt een reactie van vechten, vluchten of bevriezen in de hand. Autoritair gedrag ligt dicht aan tegen macht en machtsmisbruik. De wil van de schoolleider is wet. Wie daar niet in meegaat zal benadeeld worden. Deze schoolleider duldt geen tegenspraak. Mensen doen niet mee uit vrije wil, maar omdat ze het gevoel hebben geen keus te hebben.

Roddelen in plaats van openlijke kritiek
In een angstcultuur wordt kritiek vaak niet openlijk uitgesproken maar wordt er wel gemokt en geroddeld. De onvrede is voelbaar maar omdat deze niet openlijk bespreekbaar is, kan er niet veel mee worden gedaan. Je merkt het aan het gegons op het schoolplein, en aan het geroddel in de lerarenkamer.

Angst herkennen
In de praktijk ligt het natuurlijk vaak niet zo zwart-wit, en gaat het niet zo extreem mis als hierboven is geschetst. Veel van de elementen uit een angstcultuur komen op subtiele wijze naar de oppervlakte. Maar misschien kun je in bepaalde situaties de onderliggende angst wel herkennen. Als je het niet kunt beschrijven, kun je het wellicht voelen. Angst beklemt, angst geeft je minder ruimte. Als je dit eenmaal door hebt, kun je misschien ook een start maken met het doorbreken van de patronen die op angst zijn gebaseerd. Om de school een veilige plek te laten zijn waarbinnen respectvol, vanuit vertrouwen en veilige grenzen met elkaar wordt omgegaan, zul je de elementen van angst heel bewust aan moeten pakken.

Angst doorbreken
Wat zijn de stappen die je kunt zetten? Om angst te doorbreken zul je lef moeten hebben. Laat de menselijke maat het winnen van het protocol. Denk mee met de ander in plaats van de regeltjes de boventoon te laten voeren. Laat je hart en je visie op goed onderwijs het winnen van overmatige voorzichtigheid. Geef ouders en leerkrachten ruimte om eens iets nieuws te proberen. Reken ze niet af op fouten die ze maken maar beloon dat wat goed gaat. Durf te delegeren, zodat ook anderen een eigen verantwoordelijkheid kunnen oppakken. Ga respectvol met elkaar om en zie vanuit dat respect ook helder waar de leerkrachten, leerlingen en ouders moeten worden begrensd. Handel vanuit empathie terwijl je ook je professionele distantie in het oog houdt. Durf kritiek toe te laten en probeer te leren van feedback. En net als dat een ander mag leren met vallen en opstaan, is het helemaal niet erg als je als schoolleider eens een foutje maakt. Wees dus mild voor jezelf en de ander.

Sneeuwbaleffect
Het mooie is, dat een sfeer van vertrouwen net zo besmettelijk is als een angstcultuur. Dus als je eenmaal het kantelpunt hebt gevonden, krijg je een soort sneeuwbaleffect dat ten goede doorwerkt op alles wat je als school onderneemt. Stel je eens voor hoe dat zou zijn voor je team, de ouders en de kinderen!