In het boek van Michelle Obama lees ik over de pijn van het anders zijn. Met maar weinig zwarte studenten op Princeton voelde het of ze een anomalie waren, als maanzaadjes in een kom rijst. Ze was natuurlijk een geluksvogel met ouders die haar hadden gestimuleerd verder te komen en die alles op alles hadden gezet om haar te kunnen laten studeren. Ouders die haar hadden geleerd beschaafd Amerikaans te spreken. Maar binnen haar zwarte gemeenschap verweten haar nichtjes haar dat ze sprak als een witte, en dat vatte ze niet op als een compliment. Hoe pijnlijk is het om anders te zijn dan de groep waarin je je bevindt?
Het is een logische wens om erbij te willen horen. En of je nu opvalt om je uiterlijk, je gedrag, om het goed of juist minder goed kunnen leren, om een bepaalde aandoening of om de sociale klasse waarin je je bevindt, het maakt kwetsbaar om anders te zijn. Zelf heb dit als kind ook ervaren. En hoewel het allerminst dramatisch was (hoogopgeleide ouders, ik sprak geen Twents, luisterde naar andere muziek en blonk uit in leren), was het wel ongemakkelijk. Ik herinner me nog hoe ik er een keer bij mijn moeder kwam uithuilen omdat ik me zo anders voelde dan mijn vriendinnetjes. Ik werd niet gepest, maar op de een of andere manier voelde ik me toch niet voor 100% erbij horen. Jaren later, toen we met de vroegere vriendinnengroep een reünie hadden, vertelde een van hen me hoe gek ze het had gevonden dat wij zo anders woonden dan zij, zoveel groter. Ik kan me niet herinneren dat me dit ooit was opgevallen. Maar opeens viel het kwartje en begreep ik een deel van de ervaren afstand.
Iedere leerling heeft waarschijnlijk wel iets waarin hij of zij zich anders voelt ten opzichte van wat de rest van de klas met elkaar gemeen heeft. Hoe meer diversiteit in een klas, hoe minder gauw je buiten de boot valt. Maar of je jezelf als een buitenbeentje ervaart, hangt natuurlijk vooral samen met hoe de klas en de leerkracht op je reageren. Ik sprak net een moeder die vertelde hoe haar zoon, die moeite had met concentreren, door zijn leerkracht telkens weer werd gestraft als hij zijn werk niet af had. Hij mocht niet mee gymmen, mocht niet mee buiten spelen, mocht niet meedoen met muziek. Alle activiteiten die juist hij zo hard nodig had om zich weer op te laden, werden hem afgenomen omdat hij eerst ‘zijn werk’ af zou moeten hebben. De jongen werd steeds meer gespannen en ging niet meer met plezier naar school.
Hoeveel ruimte hebben we om kinderen die anders zijn dan de rest gewoon te zien als deel van de groep? Om afwijkingen van het gemiddelde niet als vreemd te zien maar als normaal? En om ook deze kinderen te gunnen wat ze nodig hebben, bijvoorbeeld door waar nodig af te wijken van de regels die we hanteren?
We kunnen ons daarin bekwamen, door empathie te ontwikkelen, inlevingsvermogen. Stap in de schoenen van het kind en probeer te voelen wat hij of zij ervaart. Hoe is het om dat kind te zijn? Welke behoeften heeft het? En in hoeverre kun je daar misschien in voorzien?
Iedereen wil erbij horen. Ik zie dat als een mensenrecht. Met elkaar kunnen we zorgen voor een inclusieve samenleving, zeker in het onderwijs. Gelukkig is diversiteit ook veel leuker dan samenleven met allemaal dezelfde mensen!
Wil je weten wat de mogelijkheden zijn voor begeleiding vanuit Ouderbetrokkenheid-PLUS? Neem dan contact op voor een kosteloos oriënterend gesprek. Of kijk op de website.
Geef een reactie