Dit voorjaar sprak ik met een aantal scholen in Leidschendam-Voorburg over de uitdagingen die ze tegenkwamen in de samenwerking met de ouders van hun nieuwkomers-kinderen in de schakelklas. Deze ouders lopen tegen zoveel barrières op! Natuurlijk is er allereerst het taalprobleem. Ze spreken meestal nog nauwelijks Nederlands als ze met een verblijfsvergunning uit het AZC komen en ergens een woning krijgen als statushouder. Dus zijn er tolken nodig in het contact met school. Maar tolken vertalen alleen de woorden. De grote verschillen in cultuur worden er niet mee overbrugd. De non-verbale signalen worden er niet mee ‘vertaald’. De sociale barrière, die gemakkelijk ontstaat ten gevolge van bijvoorbeeld cultuurverschillen en miscommunicatie, vraagt misschien om extra zorg, net als de trauma-problematiek die bij de ouders en hun kinderen levensgroot aanwezig is.
Hoe kunnen we vluchtelingen-ouders helpen om gelijkwaardig samen te werken met de school, rond de ontwikkeling van hun kinderen? En hoe bewaken we dat we ons in onze ‘helpersrol’ gelijkwaardig opstellen? Dit is een belangrijk aandachtspunt binnen de pilot ‘schoolmaatjes ouderbetrokkenheid’ die ik onlangs heb opgestart. De afgelopen weken ben ik bij elf gezinnen langs geweest en heb ze gevraagd of ze openstaan voor een schoolmaatje dat wekelijks bij ze thuis komt en ze gaat helpen met de samenwerking met school. Elf mooie ontmoetingen waren het, met heel verschillende gezinnen. Vaak voelde ik me zeer welkom en wilden de ouders maar al te graag een Nederlands maatje over de vloer. Tegelijkertijd was ik beducht voor de valkuil van de helpersrol. Ik voel me altijd heel gelukkig als ik iets voor een ander kan betekenen. Maar ben ik niet teveel gehecht aan die rol en kan ik dan nog wel openstaan voor signalen dat een ander het bijvoorbeeld liever zelf wil doen?
Gelijkwaardigheid vraagt om wederzijdse autonomie, zelfrespect en respect voor de ander. Het is goed mezelf hier telkens op te blijven bevragen. Ben ik zelf voldoende in staat tot autonoom handelen, d.w.z. dat ik me niet afhankelijk maak van de ander, maar beslissingen neem op basis van mijn eigen referentiekader? Maak ik de ander niet afhankelijk van mijn hulp en sta ik ook open voor zijn of haar autonome keuzes? Heb ik voldoende zelfrespect of misbruik ik mijn helpersrol om me goed over mezelf te voelen? Laat ik in mijn handelen ook zien hoeveel respect ik heb voor de ander? Ga ik de ander door het gebrekkige niveau in de Nederlandse taal niet als een klein kind toespreken? En sta ik ook open om iets van de ander te leren?
Rachel Naomi Remen beschrijft het zo mooi:
“Helping, fixing and serving represent three different ways of seeing life. When you help, you see life as weak. When you fix, you see life as broken. When you serve, you see life as whole.”
Laten we dus niet de dwangmatige helper (of redder) uithangen, want daarmee maken we onszelf groot en de ander klein. Laten we ook niet proberen problemen te ‘fixen’ (op te lossen of te repareren), want daarmee suggereren we dat de ander kapot, dus niet oké zou zijn. Maar laten we zoeken naar een dienstbare houding, zonder daarbij in een onderdanige positie te belanden. En laten we dus de vraag stellen: “Wat zou je willen dat ik voor je doe?”
Pas als wij zelf het voorbeeld kunnen geven in het op gelijkwaardige wijze helpen van het nieuwkomers-gezin, kunnen we ook een gelijkwaardige samenwerking tussen het gezin en de school bevorderen. Want voor die samenwerking gelden dezelfde principes: wederzijdse autonomie, zelfrespect en respect voor de ander.
Op dit moment staat er voor ieder gezin dat ik bezocht heb al een schoolmaatje klaar om van start te gaan. De schoolmaatjes zullen bij de gezinnen thuis komen en meegaan naar de gesprekken op school. Zo vervullen ze een brugfunctie tussen school en nieuwkomersgezin. Ze krijgen een training vanuit Ouderbetrokkenheid-PLUS en zullen ook intervisiebijeenkomsten hebben gedurende het schooljaar, waar ze hun successen en uitdagingen kunnen delen en elkaar ondersteunen in het vinden van de juiste houding.
Ik ga ervan uit dat er op deze manier een mooie, gelijkwaardige uitwisseling zal ontstaan tussen schoolmaatjes en nieuwkomers-ouders, waarbij ze wederzijds veel van elkaar zullen leren.
Geef een reactie