Is de samenwerking met ouders gelijkwaardig als een school ouders inzet als educatief partner?

Is het gelijkwaardig om als school van ouders te verlangen dat ze deelnemen aan het voor hen ontwikkelde aanbod aan oudereducatie, zodat ze beter in staat zijn hun kind thuis te ondersteunen?

Stelt de school zich als gelijkwaardige samenwerkingspartner op, als de leraren zoveel mogelijk hun best doen ouders tevreden te stellen?

Het zijn zomaar drie situaties, die ik in de praktijk geregeld tegenkom. Het antwoord is natuurlijk drie keer nee. Hoe goed de intenties misschien ook zijn, dit is niet hoe je gelijkwaardig samenwerkt met ouders.

Gelijkwaardig samenwerken begint bij het aangaan van het gesprek. We bouwen aan een samenwerkingsrelatie, waarbij beide partners hun autonomie behouden. We zetten ouders niet in als educatief partner, maar scheppen de voorwaarden van waaruit ouders die rol zelf graag willen nemen. We verlangen niet dat ze deelnemen aan ons aanbod aan oudereducatie, maar gaan het gesprek aan om aan te geven wat wij belangrijk vinden en om erachter te komen wat hun behoefte is. We ‘kruipen’ niet voor de ouders om ze maar tevreden te houden, maar zoeken naar een goede balans, vanuit zelfrespect en respect voor de ander.

Waar is in bovenstaande drie voorbeelden de gelijkwaardige uitwisseling van ideeën en standpunten? Mogen er meningsverschillen zijn en kunnen we vanuit onze autonomie daarover het gesprek aangaan? Zelfs het eventueel begrenzen van de ouders is een mogelijkheid. Dat hoeft de gelijkwaardigheid niet te verstoren. Grensoverschrijdend gedrag vraagt om het aangeven van een grens. We zeggen ‘nee’ als een ander voor ons te ver gaat. Ouders kunnen dan tijdelijk misschien ontevreden zijn. Vaak blijken ze dan later toch blij te zijn met die grens, omdat het de verhoudingen heeft hersteld of omdat het in het belang was van de ontwikkeling van hun kind.

Het is natuurlijk wel belangrijk op wat voor manier je ‘nee’ zegt. Doe je het vanuit een gevoel van superioriteit, dan ontstaat er ongelijkwaardigheid. Maar je kunt ook  nee zeggen vanuit zelfrespect en respect voor de ander.

Sommige onderwijsprofessionals kunnen goed grenzen aangeven. Maar hoe open staan ze voor de begrenzing vanuit ouders? Ook dat hoort bij gelijkwaardig samenwerken. Elkaar wederzijds kunnen begrenzen hoort thuis in iedere gelijkwaardige samenwerkingsrelatie. Door een houding van superioriteit aan te nemen, sluit je echter de deur voor de ander.

Kortom, het aangaan van een gelijkwaardige samenwerking met ouders vereist de vaardigheden van een koorddanser, om de benodigde balans te vinden. Hoe krijg je als schoolleider je hele team mee in een cultuurverandering die dit mogelijk maakt? Hiervoor is een flinke dosis persoonlijk leiderschap nodig. Een schoolleider die diepgaand gewerkt heeft aan zijn of haar persoonlijke ontwikkeling en niet bang is voor kwetsbaarheid, maar er mee heeft leren omgaan, kan als het ware ‘dansen’ met alle uitdagingen die langskomen.

Op zo’n school worden ouders je critical friend, waar je veel aan hebt. Ze stellen zich vanzelfsprekend op als educatief partner. Ze zijn blij met eventuele hulp die geboden wordt, omdat het gebeurt vanuit een dienstbare houding en niet vanuit de arrogantie van de betweter. Ze zijn ook bereid jou te helpen, als dat nodig is. En ze zijn niet bang om niet direct hun zin te krijgen, omdat ze voelen dat de school werkt vanuit zelfrespect, én met respect voor de ouders.

Het gelijkwaardig leren samenwerken met ouders wordt op deze manier een feestje, waarbij iedereen zich welkom voelt en het beste uit zichzelf naar voren laat komen.