De relatie tussen school en ouders kan een groot gevoel van kwetsbaarheid oproepen, zowel bij de schoolleider als ook bij leerkrachten en ouders. We kunnen ons enorm geraakt voelen. Bepaalde situaties doen gewoon verschrikkelijk pijn. ‘Het voelt als schuurpapier over je naakte lichaam’, vertelde een leerkracht me, die ik gesproken had over de ontwikkelingen in ouderbetrokkenheid op haar school.
Het is niet gemakkelijk om kwetsbaarheid te hanteren. Er is geen andere weg dan er doorheen. Pas als we onze kwetsbaarheid omarmen, komen de werkelijke oplossingen boven. Dat is natuurlijk heel gemakkelijk gezegd. En is het wel waar? Het voelt misschien heel anders.
Ik spreek leerkrachten die zich bedreigd, overrompeld of geïntimideerd voelen door ouders. Of die zich schamen omdat het ze niet lukt om op een constructieve en gelijkwaardige manier samen te werken met de ouders. En ik spreek ouders die zich machteloos voelen en de school als een groot machtsblok ervaren. Of die bang zijn voor de oordelen vanuit school over hun ouderschap. En ik spreek schoolleiders die zich kwetsbaar voelen in hun positie tussen bestuur, leerkrachten en ouders in. Of die het gevoel hebben er helemaal alleen voor te staan. Het zijn allemaal vormen van kwetsbaarheid. Niemand ontkomt eraan. Maar het liefst zouden we deze verschrikkelijke kwetsbaarheid toch willen ontlopen.
Als sociale wezens zijn we bewust of onbewust altijd op zoek naar verbinding. We willen gezien worden door de ander en het gevoel hebben dat we ertoe doen. We stellen eisen aan onszelf die we niet altijd waar kunnen maken. We zijn bang dat de ander ons doorziet, dat de ander door krijgt dat we eigenlijk niet goed genoeg zijn. En daarom tonen we naar de buitenwereld al gauw een schijn-zelf, een zelf dat minder kwetsbaar voelt.
We hebben allemaal onze eigen favoriete manier om ons te beschermen tegen het ondraaglijke gevoel van kwetsbaarheid. We dragen die bescherming als een soort masker, dat ervoor zorgt dat de pijn niet meer in alle hevigheid binnen kan komen. Dit gaat ten koste van onze authenticiteit. En we houden er werkelijke verbinding mee tegen, wat nou net precies datgene was waar we zo naar verlangden.
Een mogelijke beschermingstrategie is om ons groter en sterker voor te doen dan we ons voelen. We nemen misschien een houding van zakelijke superioriteit aan, waarmee we ons buiten het probleem en boven de ander plaatsen. Of we gaan het gevecht aan: we tonen onze trots en laten niet met ons spotten. Misschien proberen we de onzekerheden in de samenwerking te verminderen door de greep van controle te vergroten, en we blijven eindeloos perfectioneren. Onze mening kunnen we tot een nieuwe zekerheid of waarheid maken die ons een veilig houvast lijkt te geven. We gaan dan denken in termen van gelijk of ongelijk hebben, van goed of fout, of we geven de ander de schuld voor wat er moeilijk verloopt in de samenwerking. Het zijn allemaal strategieën om ons groter te maken dan we ons voelen, waarmee we een schijnzekerheid creëren. En het levert ons alles behalve de gewenste verbinding op.
Een andere beschermingstrategie is die van verdringing, door het ontvluchten van pijnlijke gevoelens. We bouwen een dikke muur om ons heen om de pijn van afwijzing maar niet binnen te laten komen, en zijn daarmee steeds minder bereikbaar voor anderen. Misschien vluchten we in verslavingen. Alcohol, sigaretten, snoepen, tv, social media, gokken, seks of drugs; natuurlijk levert het ons geen echte bescherming op, we proberen er alleen het gevoel van kwetsbaarheid mee te verdoven. Maar je kunt nooit selectief het ene gevoel wel en het andere niet verdoven. Verdoof je je kwetsbaarheid, dan verdoof je tegelijkertijd de diepe gevoelens van geluk, dankbaarheid en verbinding. En dat zijn nu juist de gevoelens die ons werk en ons leven zo de moeite waard maken.
Misschien praten we juist wel open en eerlijk over onze kwetsbaarheid, over onze gevoeligheden en onzekerheden. Maar ook dat kan een soort masker zijn, een vorm van bescherming die onze authenticiteit aantast. Onbewust is dan de gedachte: ‘Als ik maar laat zien hoe kwetsbaar ik ben, vinden ze me vast wel aardig en zullen ze me in bescherming nemen.’ Of, een andere variant: ‘Als ik maar laat zien dat ik heel transparant ben, en als ik de ander toestemming geef om me te doorzien (en daar zelf stiekem ook wat sturing aan geef door de dingen die ik wel en de dingen die ik juist niet laat zien), dan kan ik mijn kwetsbaarheid wel hanteren.’ Kwetsbaarheid komt echter ongevraagd en we zullen er nooit mee leren omgaan als we wanhopig blijven proberen hem te ontlopen. We kunnen de werkelijkheid niet zodanig sturen, dat we niet geraakt zullen worden.
In mijn blog van 3 februari zal ik ingaan op hoe het omarmen van je kwetsbaarheid eruit ziet in de praktijk, en hoe je kwetsbaarheid je kracht kan worden.
Mooi blog Harriet en erg herkenbaar. Met een mooie cliffhanger, ben benieuwd naar je blog van volgende week.