Of je nu een fan bent vande serie ‘de Luizenmoeder’ of niet, iedereen zal wel iets herkennen in de stereotypen die erin worden neergezet. De serie vergroot de tendensen in de samenleving uit. Onhebbelijke  eigenschappen worden zodanig overdreven, dat de schoolgemeenschap rond ‘basisschool De Klimop’ ontaardt in een grote klucht. Wie afgelopen zondag aan de buis heeft gezeten, ziet nu ongetwijfeld overbezorgde ‘curlingouders’ op school, en heeft direct juf Ank voor ogen als een leerkracht zich verheven boven ouders opstelt. Echt interessant wordt het natuurlijk als we kijken welke karaktertrekken uit de serie we bij onszelf ontdekken. Maar of het nu om onszelf gaat, of om mensen om ons heen, de kunst is om dit soort gedrag, dat niet behulpzaam is om prettig samen te werken en om de kinderen een goede schoolontwikkeling te laten doorlopen, te beëindigen. Schoolleiders hebben hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. Wat kun je als schoolleider leren van de stereotypen in de Luizenmoeder?

Allereerst: een juiste dosis zelfreflectie en zelfrelativering kunnen nooit kwaad. Kun je erkennen dat je niet perfect bent en soms zelf ook in niet zo handig gedrag vervalt? Kun je er een grapje om maken dat je de betweter hebt uitgehangen of je gedragen hebt als een angsthaas? Of kun je sorry zeggen, omdat je last had van een kort lontje?

Maar wat doe je wanneer de sfeer in het team, in de klas of tussen school en ouders negatief wordt beïnvloed doordat sommigen zich niet constructief opstellen? Hoe buig je een negatieve sfeer om naar een prettige, ondersteunende schoolcultuur?  Daar is heel veel over te zeggen, veel meer dan in een blogje past. In feite gaat mijn hele boek ‘Schoolleider aan zet in ouderbetrokkenheid’ (Bazalt 2016) hierover. Maar ik kan wel een tipje van de sluier oplichten.

Niet constructief gedrag (zoals het gedrag dat tot het absurde toe wordt uitvergroot in de Luizenmoeder) is vaak te herleiden tot een van de zogenaamde ‘nee-strategieën’ in bovenstaand schema. Ik heb daarbij de strategie van de vechter, het slachtoffer, de vluchter en de verhevene onderscheiden, maar in werkelijkheid zijn er nog allerlei tussencategorieën. Ik noem het nee-strategieën omdat ze een reactie betreffen op iets dat je niet wilt. Het is dus een uiting van verzet tegen de werkelijkheid, een zogenaamd ‘reactief nee’.

Ik denk dat een reactief nee  altijd aangestuurd wordt door angst. Maar omdat die angst vaak bedekt wordt, is deze misschien niet direct duidelijk als zodanig zichtbaar. Bij het slachtoffer wel: je ziet de angst en onzekerheid in de ogen en je hoort de angst in de stem. Bij de arrogante verhevene, de boze vechter en de afwezige vluchter zit de angst meer verstopt. Maar waarom zou je je arrogant gedragen, als je er niets mee zou hoeven verbergen? En waarom zou je boos worden, als je niet ergens ook machteloosheid ervaart? En waarom zou je de confrontatie uit de weg gaan, als je voldoende zelfvertrouwen had? Gedreven door angst, kiest ieder een eigen pad, dat bedoeld is om de pijn een beetje te verzachten of maskeren.

Herken je de verschillende nee-strategieën uit het schema ook in de praktijk? Je kunt het type gedrag bij mensen vaak goed herkennen aan de klank van hun stem en aan de blik in hun ogen. Als je de vechter hebt gezien en gehoord in de over-assertieve schoolpleinmoeders van basisschool de Klimop, dan herken je dit gedrag ook bij een vader uit de MR. Als je het slachtoffergedrag hebt gezien en gehoord bij de ijverige hulpmoeder Nancy, die zich zo miskend voelt, dan herken je dit gedrag ook bij een van je leerkrachten. Heb je de vluchter gezien en gehoord in schoolleider Anton, die problemen nooit echt aangaat, maar ze met zijn zogenaamde humor probeert weg te poetsen, dan herken je dit gedrag ook bij je ib’er. En heb je het gedrag van de verhevene gezien en gehoord bij juf Ank en juf Helma, die het altijd beter denken te weten, dan herken je dit gedrag ook bij een overblijfmoeder op school.

Wanneer dit soort reactief gedrag voorkomt in je team of bij de ouders, laat het dan niet voortduren. Maar hoe begrens je als schoolleider dit gedrag, zonder zelf reactief te worden? Voor je het weet, zit je in het patroon verstrikt. In ‘Schoolleider aan zet in ouderbetrokkenheid’ staan tips over wat werkt en wat niet. Wie het boek nu bestelt, via een mail aan harriet@ouderbetrokkenheidplus.nl, kan in maart 2019 een kosteloos sparringgesprek reserveren. Ik denk graag met je mee.