Gezond vertrouwen betekent dat je de moed hebt om grip en controle los te laten, in combinatie met de wijsheid te weten wanneer je grenzen moet aangeven. Dit vertrouwen biedt onmiskenbaar voordelen. In de voorjaarsvakantie liep ik een rondje Texel. Langs de waddenkust stonden op veel plekken scholeksters onderaan de dijk, aan de waterkant. Soms twee, soms meer. Zodra ik ze tot pakweg 15 meter was genaderd, vlogen ze steevast op. Maar een keer bleven er van de vier scholeksters twee staan, terwijl de andere twee opvlogen. Weliswaar klapperden de blijvers even met de vleugels, maar blijkbaar schatten ze de situatie toch als voldoende veilig in.

Zij die vertrouwen hebben, zijn in het voordeel, bedacht ik me. Geen onnodig energieverlies, meer rust en ontspanning, misschien zelfs een betere overlevingskans en meer nakomelingen, en daarmee dus ook een evolutionair voordeel.

Wat gebeurt er bij mij als mensen binnen mijn 15-metergrens komen? Als ik gevaar vermoed, is er de neiging om in reactief gedrag te vervallen, dat rechtstreeks voortkomt uit mijn angst. Ik wil van de situatie af, en als strategie om dit te bereiken kan ik net als de scholeksters de confrontatie uit de weg gaan (vluchter), maar ik kan ook juist de strijd aangaan (vechter). Ik kan me klein maken en zielig doen (slachtoffer), of me juist groot maken en autoritair gedragen (verhevene). Reactief gedrag kost me energie, terwijl het me niets oplevert. Er was immers geen sprake van reëel, levensbedreigend gevaar, en in dat soort situaties blijkt handelen op basis van angst en wantrouwen juist te zorgen voor een vergroting van de problemen en risico’s. Dat waar je je tegen verzet heeft nu eenmaal de neiging zich te versterken.

Ook in de communicatie tussen scholen en ouders, zie ik dat bij het ontbreken van een basis van gezond vertrouwen reactief gedrag aan de orde van de dag is, zowel bij onderwijsprofessionals als bij ouders. Niet zelden levert dit ernstige conflicten op.

Een schoolleider vertelde me dat ze vooral vatbaar was voor reactief gedrag, wanneer haar waarden in het geding waren. Bijvoorbeeld wanneer ze als vrouw ongelijkwaardig werd behandeld, of wanneer dat haar vrouwelijke leerkrachten overkwam. Daar lag haar 15-metergrens. Ze had de neiging om haar autoriteitsrol dan iets te stevig neer te zetten (verhevene). Een andere schoolleider raakte het vooral wanneer ouders onrechtvaardig werden en dan trok hij fel van leer (vechter).

Hoe zou het zijn om in zulke situaties toch vertrouwen te houden? Het gaat dan om zowel het vertrouwen in jezelf, als om een basis van gezond vertrouwen in de goede intenties van de ander. Ik heb het niet over naïef, blind vertrouwen. Zo nodig kun je ook grenzen aangeven. Als je vertrouwen hebt, klinkt je ‘nee’ echter heel anders dan het reactieve ‘nee’ van de vluchter, de vechter, het slachtoffer of de verhevene, dat op angst is gebaseerd. Je empathie klinkt er namelijk in door, met zowel een zachte, open, ontvankelijke voorkant als een stevige ruggengraat. De ander voelt zich er dan niet zo snel persoonlijk door afgewezen en de gelijkwaardigheid wordt er ook niet mee doorbroken, in tegendeel. Een gelijkwaardige relatie is juist gebaat bij het wederzijds kunnen aangeven van grenzen.

Wat levert vertrouwen op? Er ontstaat vooral veel ruimte voor alle betrokkenen om beter en prettiger samen te werken. En het levert ook tijd op, omdat je je er een heleboel tijdrovende ellende mee bespaart. Een houding van vertrouwen kan zich als een olievlek uitbreiden, want vertrouwen is besmettelijk. Pas hoorde ik van een schoolleider die op basis van vertrouwen werkt en veel heeft geïnvesteerd in een goede relatie met ouders, dat ze geen last meer heeft van stress sinds de ouderbetrokkenheid op haar school in een spiraal omhoog terecht is gekomen. Ze houdt nu tijd over! De conclusie is duidelijk: gezond vertrouwen loont op allerlei vlakken.