mogelijkheden en onmogelijkheden

 

Op 23 september luidde de AVS de noodklok. Schoolleiders kunnen de toestroom van vluchtelingenkinderen niet aan. Ze signaleren grote problemen. Vanwege de taalbarrière zou een intakegesprek vaak niet mogelijk zijn. Taalklassen zijn niet overal beschikbaar. En de kinderen lijden aan trauma’s waar de scholen onvoldoende deskundigheid voor in huis hebben.

Er moeten dus snel hulptroepen komen in de vorm van tolken en trauma-experts. Ook moet er geld komen voor taalklassen. De overheid heeft inmiddels wat toezeggingen gedaan. Maar het is niet te verwachten dat de problemen daarmee als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen. We hebben niet de tijd om te wachten tot alles op rolletjes loopt. Er zullen altijd overgangsproblemen zijn en er zullen zich lastige situaties voordoen. Is dat erg?

Ik daag schoolleiders uit tot omdenken. Het is goed om het signaal af te geven dat er veel hulp nodig is. Maar het risico bestaat dat je blijft hangen in het zien van problemen en onmogelijkheden. Zodra je je echter gaat richten op kansen en mogelijkheden, kantelt alles. Zelf zie ik volop mogelijkheden om zowel de situatie voor de vluchtelingen menswaardig te maken als de school een impuls te geven. Ouders kunnen hier als buddy een grote rol in spelen.

Neem de taalbarrière. Er is tijd nodig, en gerichte aandacht, om de ander werkelijk te begrijpen. Vaak ontbreekt het scholen aan die tijd. De hulp van ‘Nederlandse’ ouders (hiermee bedoel ik ook ingeburgerde allochtonen, los van hun feitelijke nationaliteit) zou hierbij van essentieel belang kunnen zijn. De bereidheid om zich in te zetten voor het welzijn van asielzoekers is op dit moment relatief groot. Niemand vlucht voor z’n lol. Door de indringende beelden die we de laatste maanden in het nieuws hebben gezien is de bereidheid om zich in te zetten voor de medemens in nood enorm gestegen.

Ik stel me voor wat het voor vluchtelingen zal betekenen om hartelijk en persoonlijk te worden ontvangen op school. Door in contact te komen met Nederlandse kinderen en ouders, zullen ze zich hier gauw thuis voelen. Ook voor deze Nederlandse kinderen en ouders is het een kans: een prachtige gelegenheid om persoonlijk contact op te bouwen met mensen uit een andere cultuur die veel hebben meegemaakt.

Ouders die zich op deze manier als buddy voor vluchtelingenouders inzetten, kunnen een brugfunctie vervullen naar de school toe. Ze gaan met hen mee op gesprekken met school. Ze kennen hun wensen en kunnen dit naar school toe verwoorden. Ze leggen hun na afloop nog eens in alle rust uit wat er besproken is. Een bijkomend voordeel is dat ze via hun brugfunctie de school beter leren kennen en meer zullen waarderen. Hoe nauwer de band tussen school en ouders, hoe groter de bereidheid zal zijn om met elkaar mee te denken. Ook de kans dat de vluchtelingenouders actief betrokken raken bij school, en bij de schoolontwikkeling van hun kind, neemt op deze manier toe. Kortom, zo’n buddysysteem levert een win-win-situatie op voor alle betrokkenen en voor hun onderlinge samenwerking.

Ik heb zelf een vluchteling leren begrijpen, die nog geen Nederlands sprak. Naast haar moedertaal sprak ze alleen wat onverstaanbaar Engels. Met geduld en toewijding, en communiceren met handen en voeten, werd me steeds meer duidelijk over haar. Ik leerde haar Engels een beetje verstaan en zij leerde in de tussentijd een paar woorden Nederlands. Ik ontmoette in het AZC  een landgenoot van haar, die wel goed Engels sprak en die me hielp om haar beter te begrijpen. Ik ging met haar naar instanties toe, waarbij ik als brug fungeerde. Voor ons allebei was ons vriendschappelijk contact veel waard. Het heeft mijn leven enorm verrijkt en zij werd erdoor geholpen zich een plek in de Nederlandse samenleving te verwerven.

Ik hoop dat scholen ruimhartig zullen zijn in het opvangen van vluchtelingenkinderen. Laten we hen met open armen ontvangen, zoals wij zelf zouden willen dat onze kinderen zouden worden ontvangen wanneer wij hadden moeten vluchten voor geweld.