leiderschap

In de VPRO Tegenlicht uitzending ‘Het einde van de manager’ van zondag 15 februari laten drie organisaties zien hoe zij werknemers ruimte geven voor zelfsturing. Een aannemersbedrijf, een Belgisch ministerie en een Nederlandse politiekorpsen laten zien hoe managen tot een minimum beperkt kan worden. Werknemers bepalen zelf hoe ze werken en er wordt niet van bovenaf gecontroleerd. De motivatie stijgt en ook de prestaties verbeteren. Dit roept de vraag op hoeveel leiding we eigenlijk nodig hebben. Hoe zit dat in het onderwijs? Wat is de toekomst voor onze schoolleiders? En wat is hun rol in ouderbetrokkenheid?

Meer en meer krijg ik de indruk dat schoolleiders een uiterst belangrijke rol vervullen in het welslagen van ouderbetrokkenheid.  ‘Als schoolleider heb je buiten proportioneel, ja echt buitensporig veel invloed’, zei een in het kader van mijn boek geïnterviewde schoolleider me. Andere schoolleiders, maar ook leerkrachten, ouders en schoolbestuurders, bevestigen het grote belang van de schoolleider in het al dan niet goed van de grond komen van de samenwerking met ouders.
Het dagelijkse contact met ouders gebeurt vooral op de werkvloer. De leerkracht moet dus in staat zijn op een prettige, constructieve manier met ouders samen te werken. Schoolleiders hebben veel invloed op hoe deze samenwerking verloopt. Zij scheppen de juiste condities, van waaruit de school in kwaliteit kan groeien en de samenwerking met ouders verbetert. Dit doen zij met de juiste combinatie van visie, inzet en persoonlijke kwaliteiten.

Een schoolleider is zeer bepalend voor de schoolcultuur, en kan ervoor zorgen dat er een sfeer van wederzijds respect ontstaat tussen school en ouders. Hij of zij heeft de positie om leerkrachten binnen te halen, of, als het nodig is, te ontslaan. Een schoolleider kan in het eerste contact met ouders een bepalende start maken met de samenwerking. De wederzijdse verwachtingen kunnen worden uitgesproken. De interesse in de ander kan worden getoond. De visie van de school kan worden besproken. Goede schoolleiders halen het beste uit leerkrachten en ouders naar boven. Leerkrachten die niet goed met ouders om weten te gaan, kunnen hierin door de schoolleider worden gecoacht.

Er zijn ook schoolleiders die anders werken. Ze hebben weinig aandacht voor de samenwerking met ouders, of beschouwen ze zelfs eerder als een bedreiging dan als partner. Ze proberen alles te formaliseren via regeltjes, protocollen en handtekeningen. Ook op hun team durven ze niet te vertrouwen. Er is sprake van veel controle. Het beïnvloedt de sfeer. Het eigen initiatief van de leerkrachten wordt dan zodanig afgeremd, dat ze passief worden. En de leerkrachten zullen zich ook niet kwetsbaar durven opstellen. Als er eens iets niet goed gaat in de communicatie met ouders, zullen ze dat niet eerlijk toegeven. Fouten worden immers afgestraft. Er wordt onderling geroddeld over de leiding en er ontstaat een cultuur van stiekemheid. Zo doen leerkrachten toch nog enigszins wat ze zelf willen, maar de glans is er wel vanaf.

Hoe zie ik de schoolleider van de toekomst? Dat is een leidinggevende die werkt vanuit persoonlijk leiderschap. Wat betekent dat in de praktijk, op het gebied van ouderbetrokkenheid? Deze schoolleider:

– is in staat tot zelfreflectie en kan anderen stimuleren dit ook te doen;
– is open en eerlijk, en heeft de moed zich kwetsbaar op te stellen;
– durft dus ook te zeggen: ‘Ik weet het niet’, of: ‘Sorry, ik heb hier een steekje laten vallen’;
–  heeft vertrouwen in zichzelf en in anderen en heeft geen controle nodig om anderen tot prestaties te dwingen, want anderen voelen zich juist uitgenodigd het beste uit zichzelf te halen;
– helpt de leerkrachten hier desgewenst bij via coaching;
– zet wel controle in om de sfeer te bewaken. Iedereen voelt zich er op zo’n school verantwoordelijk voor om respectvol over anderen te praten. Kwaadsprekerij wordt dus altijd begrensd;
– benut de creativiteit en talenten die er in het team aanwezig zijn optimaal;
– is mild, vanuit een accepterende levenshouding, en tegelijkertijd ook krachtig, vanuit visie en zelfvertrouwen;
– is ambitieus, maar niet perfectionistisch;
– zal fouten dus niet onmiddellijk afstraffen, want van fouten kunnen we leren. Ook de schoolleider zelf mag fouten maken;
– zet geen dwang, macht en manipulatie in om zijn of haar zin te krijgen, maar geeft het goede voorbeeld dat anderen graag volgen;
– heeft empathie en houdt ook de gepaste professionele afstand;
– is aardig, maar is er niet op uit om aardig gevonden te worden;
– kan aangeven dat er een grens is overschreden, op het juiste moment en op gepaste wijze;
– staat zowel naast het team als naast de ouders en kiest hierin geen partij;
– zal polarisatie voorkomen;
– is moedig en tegelijkertijd bescheiden, omdat hij/zij in staat is het ego opzij te zetten;
– neemt de tijd voor zorgvuldige communicatie naar het team en naar de ouders toe;
– is in staat anderen te laten schitteren door zelf op de achtergrond te blijven. Hierdoor voelen ouders en leerkrachten zich trots op de bereikte resultaten;
– laat de visie van de school uitkristalliseren vanuit de wensen en ideeën van het team en de ouders.

Dit zijn al 20 kwalificaties die een schoolleider competent maken op het gebied van ouderbetrokkenheid. En wie er even voor gaat zitten, zal er vast nog meer ontdekken. Het vraagt dus wel wat aan persoonlijke ontwikkeling, om dit werk goed te doen. En er is zeker werk aan de winkel om persoonlijk leiderschap steeds meer gemeengoed te laten worden in het onderwijs. Maar onze kinderen zijn dat wel waard!

De schoolleider van de toekomst heeft dus geen marginale rol, maar zal, zoals ik het zie, eens te meer een cruciale verantwoordelijkheid hebben in het welslagen van ouderbetrokkenheid. Hoe zien jullie dat?