vertrouwen

 

Om verbinding te creëren tussen je team en ouders, heb je als schoolleider vertrouwen nodig in de ouders en vertrouwen in je team. En dat klinkt gemakkelijker dan het is. Vertrouwen vraagt om het loslaten van grip en controle, en dat is heel eng. Maar het betekent niet dat we onze betrokkenheid en verantwoordelijkheid ook loslaten. Want dat zou betekenen dat we doorslaan naar blind vertrouwen. Om leiding te geven vanuit vertrouwen is dan ook zowel de moed nodig om los te laten, als de wijsheid en het inzicht om te weten hoe je dat doet zonder je betrokkenheid en verantwoordelijkheid los te laten.

In mijn boek ‘Schoolleider aan zet in ouderbetrokkenheid. Met ambitie en lef naar een nieuwe regiestaat een voorbeeld van een schoolleider die deze dynamiek haarscherp aanvoelde. In het boek noem ik haar Anke. Zij had een nieuwe leraar aangenomen, laat ik hem Leo noemen.

 Leo was vastgelopen op zijn vorige school. Hoewel hij een bevlogen leraar was, die goed orde kon houden, kon hij niet zo goed omgaan met de wat stille, timide en angstige kinderen. Zijn toenmalige schoolleider had er bovenop gezeten en Leo moest steeds weer zijn excuses naar de betreffende ouders maken en er met hen over in gesprek gaan, zonder dat deze schoolleider hem erbij ondersteunde. Het lukte hem niet om een goede relatie met deze ouders op te bouwen, en al helemaal niet om zijn gedrag te veranderen, waardoor zijn zelfrespect steeds verder daalde.

Toen de bodem bij Leo was bereikt, kreeg hij een nieuwe kans op de school van Anke. Leo kreeg een plek in een relatief kleine groep 6, samen met een ervaren leerkracht als duo, en er kwam een coach om hem te begeleiden.

Maar nog voor de herfstvakantie deed een moeder haar beklag. Leo zou tegen haar dochter hebben geschreeuwd, haar zelfs hebben geslagen. Het betrof een wat stil, teruggetrokken meisje en de schrik sloeg Anke om het hart. Zou Leo het nooit kunnen leren? Ze nam het verhaal van de moeder heel serieus en zei dat ze het uit zou zoeken en dat ze er met de leraar bij haar op terug zou komen.

Leo gaf hij toe dat hij met stemverheffing tegen het meisje had gesproken. Hij had haar niet geslagen, maar wel vrij hardhandig vastgepakt, om haar maar weer bij de les te krijgen. Het meisje vertoonde namelijk nauwelijks taakgericht gedrag.

De stap die Anke toen zette was tamelijk gewaagd. Ze had van Leo’s coach begrepen dat Leo niet goed in staat was te reflecteren op zijn eigen gedrag. Toch leek er geen andere duurzame oplossing mogelijk dan hem zelf te laten kijken naar zijn interacties met de leerlingen. Ze vroeg hem of hij een week lang zijn eigen gedrag en de interacties in de klas heel goed wilde observeren, met als doel dat hij zich van zijn onbewuste gedrag bewust zou worden.

Ze ging niet zelf in zijn klas observeren. Daarmee zou Leo waarschijnlijk al zijn zelfrespect verliezen en dan zou de situatie onhoudbaar worden. Hij moest de kans krijgen zijn kracht te hervinden. En dus gaf ze hem, ondanks de observaties van de coach, haar vertrouwen dat hij in staat zou zijn tot reflectie en verbetering.

Het bleek te werken. Leo ontdekte hoe hij de hele dag de neiging voelde om het meisje te corrigeren. Ze vroeg voortdurend steun, deed slecht mee met de les, hing een beetje over haar tafel, tekende poppetjes tijdens de instructie en liep steeds naar de wc om maar onder het werk uit te komen. Hij kon daar slecht tegen en was gewend om er dan bovenop te zitten en haar recht te zetten. Hij snapte dat ze daar gek van moest worden.

De ouders werden uitgenodigd voor een gesprek. Anke zat erbij, wat een opluchting was voor Leo. Hij vertelde de ouders dat hij het meisje te stevig had vastgepakt en met stemverheffing had gesproken, en ook in welke context het was gebeurd. Vervolgens ging het gesprek over het meisje, dat niet lekker in haar vel leek te zitten. De ouders herkenden het. Ze besloten met elkaar dat er een kindplan moest komen. Zowel op school als thuis zou het kind structureel geholpen moeten worden om weer goed te functioneren.

Het gesprek ging nauwelijks over de klacht van de ouders. Toch voelden ze zich niet afgescheept. Integendeel, ze waren blij dat het gesprek ging over het welzijn van hun kind. Ze wilden Leo niet beschadigen, maar ze wilden dat hun kind blij naar school zou gaan.

Inmiddels gaat het weer goed met het meisje, en ook Leo functioneert nu prima. Hij heeft geleerd hoe hij ook de wat stillere kinderen op een prettige manier aandacht kan geven, waardoor ze tot hun recht komen. Hij is een leuke, energieke meester en de klas loopt met hem weg.

Anke heeft dit als schoolleider voor elkaar gekregen door Leo haar vertrouwen te schenken, waarmee ze hem in zijn kracht had gezet. Geen blind vertrouwen, maar heel verstandig ingezet gezond vertrouwen. Met haar stap heeft ze er ook voor gezorgd dat het vertrouwen van de ouders in school hersteld is.