valkuil

 

‘U ook altijd met uw eisen, zodat uw prinsesje niets te kort komt, nu moet u echt even inbinden!’ (vuist op tafel).

Hoe groot is de kans dat de betreffende ouders nog met school willen samenwerken nadat de schoolleider op zo’n manier een grens heeft aangegeven?
In mijn twee laatste blogs van 2015 ben ik ingegaan op het belang van het elkaar wederzijds kunnen begrenzen in een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie van school en ouders. En ik heb vijf aspecten benoemd die van belang zijn om dit op een constructieve manier te doen, met behoud van een goede relatie. In tegenstelling tot wat soms gedacht wordt, is niet het begrenzen, maar juist het nalaten ervan funest voor de relatie. Grenzeloosheid verzwakt beide samenwerkingspartners. Helaas zien we echter nog veel te vaak hoe grenzen worden aangegeven op een niet-constructieve manier, waarbij de samenwerking tussen school en ouders soms ernstig wordt verstoord. Daarom benoem ik in dit blog vijf valkuilen bij begrenzen.


Persoonlijke aanval
Wie zich verliest in boosheid en de ander persoonlijk veroordeelt, zal de onderlinge relatie ernstig verstoren. In bovenstaand voorbeeld, waar de gefrustreerde schoolleider de ouders verwijt hun kind als een prinsesje te behandelen, is de kans dat er polarisatie ontstaat tussen school en ouders erg groot. Ook wanneer de ander voor polariserend gedrag kiest, is het je eigen verantwoordelijkheid hier niet in mee te gaan.

 
Bovenpositie innemen
Gelijkwaardig samenwerken wil niet zeggen dat er in alle situaties een even grote invloed is van de ouders en de school. In mijn boek gebruik ik de metafoor van de dans: er is sprake van een dynamiek, waarbij de zeggenschap van school en ouders elkaar wel in balans houdt, maar niet statisch de hele tijd precies even groot is. Wie denkt in termen van ‘de baas zijn’, zal de relatie altijd schaden. Hiermee zoek je de confrontatie en niet de samenwerking. Zowel ouders als scholen zie ik helaas nog te vaak in deze valkuil verstrikt zitten. Ze menen het recht te hebben de ander hun wil op te leggen, omdat deze zich mengt in iets op zijn of haar terrein, het gebied waar hij of zij zich ‘de baas’ voelt. Scholen hebben wel een andere eindverantwoordelijkheid dan ouders. Maar samen zijn ze er verantwoordelijk voor dat het kind een goede schoolloopbaan heeft. Als de ander een grens passeert op het gebied waar jij de eindverantwoordelijkheid hebt, kun je een grens aangeven zonder je boven de ander te plaatsen, dus vanuit gelijkwaardigheid.


Onderpositie innemen
Het omgekeerde komt ook voor. Soms worden grenzen aangegeven vanuit een ondergeschikte positie, het gevoel niet gerespecteerd te worden. Het is de grens van de ‘arme ik’ die vanuit zijn angst soms heel venijnig uit de hoek kan komen. Of de grens van een onzeker iemand die bij het aangeven ervan zich zo klein en onbelangrijk voelt, dat de ander zich in reactie hierop juist te groot zal maken en zeker niet snel geneigd zal zijn om rekening te houden met de aangegeven grens.


Verbittering
De verbitterde ouder, leraar of schoolleider heeft de hoop op gelijkwaardig samenwerken allang opgegeven. Er wordt dan al snel kwaadgesproken over de ander, en er worden grenzen aangegeven waarbij de energetische lading een diepe teleurstelling weerspiegelt. Verbittering leidt tot verwijdering en niet tot nieuwe kansen en openingen. Met grenzen die aangegeven worden vanuit deze staat van zijn, zullen de confrontaties toenemen en zal de gelijkwaardigheid steeds moeilijker te realiseren zijn.


Te snel of te laat
Soms vraagt een situatie om even geduld te betrachten. Gun het elkaar om eens een foutje te mogen maken. Wie de ander te snel begrenst, kan de ander ontmoedigen om initiatieven te ontplooien. Soms voelen mensen zelf wel aan dat ze iets te ver zijn gegaan. Een zeer betrokken ouder die vanuit goede intenties zich een keer net iets teveel dreigt te gaan bemoeien met het schoolgebeuren, hoeft misschien niet direct een duidelijk Nee te horen te krijgen. Wie echter teveel geduld heeft en grensoverschrijding te lang toestaat, loopt het risico dat de situatie escaleert. Door geen gehoor te geven aan je gevoel dat je grenzen worden overschreden, zal het gedrag van de ander je op een bepaald moment zodanig gaan storen dat je Nee er dan op heftige wijze uit kan komen. Juist doordat je de ander niet wilde kwetsen met je Nee, komt er dan een Nee naar buiten dat als zeer kwetsend kan worden ervaren.  Bovendien zorg je er met een te lang uitgestelde grens voor dat de ander zoveel ruimte is gaan innemen, dat het nauwelijks meer te herstellen is.


Lastig om het goed te doen?
Er is voor een juiste wijze van begrenzen een hoge dosis persoonlijk leiderschap gewenst, waarbij je de dynamiek goed aanvoelt en je niet belemmerd wordt door je eigen patronen en conditioneringen. Meer lezen over begrenzen en gelijkwaardig samenwerken vanuit vertrouwen en autonomie? Mijn boek ‘Schoolleider aan zet in ouderbetrokkenheid. Met ambitie en lef naar een nieuwe regie‘ is te bestellen via
Ouderbetrokkenheid-PLUS of via de uitgever Bazalt.