Hoe meer school en ouders met elkaar omgaan vanuit een houding van onderling vertrouwen, hoe beter de samenwerking zal zijn. Onderzoek heeft onlangs ook aangetoond dat het vertrouwen dat leerkrachten hebben in de ouders van hun leerlingen een belangrijke factor is in de schoolprestaties van kinderen (Nationale onderwijsgids 17 juni 2014)
Als je elkaar vertrouwt, dan is er ruimte om dingen die toevallig even wat minder goed lopen op te vangen. Net als in een partnerrelatie kun je dan wat van elkaar verdragen, zonder dat het de relatie direct verslechtert of bedreigt. Wantrouwen daarentegen kan funest uitwerken. Als je de ander niet vanuit vertrouwen benadert, maar bij voorbaat al wantrouwig bent, levert dat een spanning op in de relatie. Het zorgt ervoor dat beide ‘partijen’ zich indekken, en dat de kleinste rimpeling al wordt opgeblazen tot een groot probleem. Voor je het weet is er een conflict.
Is de ander mijn vertrouwen waard?
Is het verstandig om iemand je vertrouwen geven als diegene het niet goed met je voor heeft? Hoe mooi het ook is als je een ander je vertrouwen kunt schenken, als de ander jou niet respectvol behandelt en wanneer jouw belang niet in veilige handen is bij die ander, kan het naïef en onverstandig zijn om die ander je vertrouwen te geven. Het lastige is alleen dat je met het terughouden van je vertrouwen, de situatie waarschijnlijk steeds verder zult verslechteren. Wat is dan wijsheid? Misschien is niemand ooit echt voor de volle honderd procent te vertrouwen. Vertrouwen geven maakt ons kwetsbaar en we lopen altijd een zeker risico. Hoe loyaal iemand zich ook naar ons opstelt, onder stressvolle omstandigheden kan het zijn dat ons vertrouwen toch wordt beschaamd. En hoe dichter we bij elkaar komen en hoe intensiever we samenwerken, hoe kwetsbaarder het kan voelen.
Zelfvertrouwen
We zullen dus moeten leren omgaan met onze kwetsbaarheid. En daarvoor is zelfvertrouwen vereist. Hoe meer je op je zelf kunt vertrouwen, hoe minder eng het namelijk wordt om in het diepe te springen en de ander je vertrouwen te schenken. Een simpel voorbeeld uit de natuur: Een vogel die in een boom zit, op een dode tak, lijkt te vertrouwen op de draagkracht van de tak. De vogel zal nooit bang zijn dat de tak onder hem breekt, maar dat komt natuurlijk vooral omdat hij op zijn eigen vleugels vertrouwt. Kortom: je vertrouwen in de ander dient eerst en vooral geworteld te zijn in een gezonde dosis zelfvertrouwen. Als je weet wat je kunt, erop vertrouwt dat je je werk zo goed mogelijk doet, en weet dat je in beginsel met wijsheid en respect omgaat met de ouders, dan is het niet levensbedreigend als ouders onzorgvuldig met jou omgaan en jouw belangen schaden. Je kunt rustig naar ze luisteren, en ook daadkrachtig optreden als het nodig is.
Hoe krijg ik het vertrouwen terug?
Persoonlijk Leiderschap groeit bij het vermogen om vertrouwen te geven en om vertrouwen te winnen. Als de ander geen vertrouwen (meer) in je heeft, zoek dan naar mogelijkheden om dit vertrouwen bij de ander (terug) te winnen. Hiertoe moet de ander het gevoel hebben dat zijn of haar belang bij jou in goede handen is. Dit gebeurt wanneer je met aandacht en inlevingsvermogen naar de ander luistert en de bereidheid laat zien om in zijn schoenen te stappen, om de werkelijkheid te zien vanuit zijn of haar perspectief. En wanneer we de ander ook ons respect en vertrouwen schenken. Want willen we dit van de ander krijgen, dan moeten we tenminste de bereidheid hebben om het ook te geven. Zelfs als de ander niet te vertrouwen lijkt.
Geef een reactie